|
|
Regenboogspel
|
Bij het regenboogspel moeten de deelenemers de begeleiders zoeken. Iedere begeleider heeft 'n kleur van de regenboog (in de vorm van gekleurde kaartjes). Wanneer een begeleider gevonden is krijgen de deelnemers een kaartje om aan te tonen dat ze de begeleider gevonden hebben. Diegene die als eerste de regenboog kunnen samenstellen heeft gewonnen. Op de kaartjes kun je ook cijfers schrijven. (Eerste krijgt de meeste punten etc.)
Het spel is pas afgelopen wanneer de kleuren in de correcte volgorde worden gepresenteerd: Rood, Oranje, Geel, Groen, Blauw, Paars. |
|
Handelspel
|
De, tegen elkaar stijdende, groepen krijgen, op papier, een aantal grondstoffen. Welke bij een centrale post ook kunnen worden bijgekocht. De afzonderlijke artikelen mogen tussen de deelnemers uit verschillende groepen, in een speelveld, met elkaar geruild worden. In het speelveld lopen ook stafleden waarbij combinaties van verschillende grondstoffen kunnen worden geruild tegen eindproducten. De eindproducten kunnen bij de centrale post weer worden verkocht.
De afzonderlijke waarde van de producten kan op het kaartje staan (vast) of in de centrale post worden bepaald (variabel). Het doel is zo veel mogelijk geld bijeen te brengen. |
aantal in spelper deeln. groep |
verstrekken per groep |
grondstof |
waarde |
verkoop per |
artikel |
waarde |
inkoop per |
10 |
10 of 4 |
Hout |
10 |
6 |
2 hout+ 1 ijzer=1 gereedschap |
50 |
5 |
10 |
2 of 5 |
IJzer |
20 |
4 |
15 |
4 of 10 |
Klei |
10 |
6 |
2 klei+ 1 kiezel=1 steen |
50 |
5 |
15 |
5 of 2 |
Kiezel |
20 |
4 |
20 |
4 of 10 |
Wol |
10 |
4 |
2 wol+ 1 leer=1 kleding |
50 |
3 |
20 |
5 of 2 |
Leer |
20 |
2 |
20 |
10 of 4 |
Graan |
10 |
4 |
2 graan+ 1 melk=1 voedsel |
50 |
3 |
20 |
2 of 5 |
Melk |
20 |
2 |
|
|
|
| |