Spar

O dennenboom, o dennenboom, wat zijn uw takken wonderschoon…Toch jammer dat zoveel mensen zo'n wonderschone boom met de verkeerde naam toezingen. Het is namelijk de fijnspar, en niet de den, die als kerstboom gebruikt wordt.
 
Verwarring
Sparren behoren tot de dennenfamilie, de Pinaceae. Deze familie bestaat uit drie geslachten waarvan de Nederlandse namen, wat die geslachten betreft, nogal eens verwarring veroorzaken. Men moet dus niet de Latijnse namen vergeten. De drie geslachten zijn Picea (spar), Abies (zilverspar) en Pinus (den). Ook de in de bosbouw veel aangeplante douglasspar (Pseudotsuga menziesii) behoort tot de dennenfamilie. Sparren leveren vurenhout, dennen grenen en het hout van zilversparren noemt men dennenhout.
 
Koud en vochtig
Kerstbomen noemt men vrijwel altijd dennenbomen, maar in werkelijkheid zijn het fijnsparren. Men gebruikt bijvoorbeeld ook vaak blauwsparren, Omorica of Nordmannspar. De fijnspar komt van nature voor in de middelgebergten van Midden-Europa en in Noord-Europa. Het beste gedijt de boom in een koud klimaat en vochtige lucht. De bomen kunnen daar 40-50 meter hoog worden. De fijnspar is bij ons dus niet inheems. Hij is rond 1780 veel aangeplant, met name voor het hout. In Nederland groeit de fijnspar uit tot een grote boom met een mooie schilferige, roodbruine rechte stam.
 
Hout
Doordat de boom veel schaduw verdraagt, kan men hem in dichte bestanden laten groeien, waardoor het bos per hectare een grote houtopbrengst oplevert. Vers hout is bijna wit, hout wat ouder is, is lichtgeel tot lichtbruin. Het hout wordt voor allerlei doeleinden gebruikt. In de bouw voor kozijnen, vloeren, trappen en gevelbekleding, verder in de papierindustrie en voor het maken van muziekinstrumenten.
 
Bloei
In mei bloeien de bomen; de mannelijke bloeiwijzen zijn geel en groeien in trossen. De vrouwelijke bloeiwijzen zijn roze en in beginsel rechtopstaand, je vindt ze vooral hoog in de boom. De mannelijke en vrouwelijke bloeiwijzen zijn niet tegelijkertijd rijp, dit voorkomt zelfbestuiving. Het gele stuifmeel kan als een deken overal overheen liggen, dit is bijvoorbeeld goed te zien op plassen water en auto’s. Na de bestuiving en bevruchting gaan de bloeiwijzen hangen en langzaamaan zie je de vorm veranderen in kegels. Eerst zijn deze groen, later worden ze bruin van kleur. De sigaarvormige kegels zijn in de herfst rijp. De zaden worden door de wind verspreid. De fijnspar heeft lichtgroene naalden die 1,5 tot 2,5 cm lang zijn, ze hebben een stekelige, puntige top. De onderste takken hangen af, terwijl de uiteinden weer omhoog groeien, de takken hoger in de boom zijn korter; de typische piramidale vorm.
 
Ananasgal
Soms zie je aan de topjes van fijnspartakken een minivorm van een ananas. Dit zijn dicht op elkaar zittende naalden met een verdikte basis. Veroorzaker hiervan is een galvormende bladluis. De etherische olie in de jonge spruiten is geneeskrachtig. De olie heeft een verzachtende werking op de keel en luchtwegen. Deze wordt verwerkt in hoestsiropen. Het hars van de Fijnspar bevat terpentijnolie, die als verdunningsmiddel in verven en als kwastreiniger wordt gebruikt. Fijnsparren kunnen belaagd worden door een schimmel, deze kan veel schade aanrichten. Ook het hout, bijv. van kozijnen, kan aangetast worden door een schimmel, het is zaak dat de leverancier het hout goed behandeld voordat het gebruikt wordt.
 
Symboliek
Sparren worden in de mythologie beschouwd als geboorteboom. De altijdgroene boom symboliseert het eeuwige leven, de sparappel de vruchtbaarheid. Hierom werd dan ook vaak een fijnspar gebruikt als meiboom. Aan de top werden linten en een haan bevestigd. Om de meiboom werd gedanst met de hoop op een vruchtbaar jaar en op bescherming tegen ziekten. Bereikte men bij de bouw van een huis de top, dan werd ook een spar op dit hoogste punt gezet, teken dat de eigenaar moet trakteren.