Voordat je kunt beginnen met het maken van vuur dien je de basis te kennen. Vuur is een gevolg uit de juiste samenstelling van Zuurstof, Brandstof en
Hitte. De brandstof zal door verwarming gaan corroderen (gedeeltelijk over gaan in een gasvormige toestand) dit gas zal zich mengen met de aanwezige
zuurstof en verbranden. Doordat warme lucht lichter is dan koude lucht zal deze opstijgen, wat het aanwezige materiaal verwarmt en wat van onderaf
verse lucht aan zuigt. Hierdoor vormt een nieuw gasmengsel bij de hittebron wat weer kan verbranden. Zo houdt een vuur zichzelf aan de gang.
Alles brand
In tegenstelling tot wat veel mensen denken, kun je zelfs staal laten branden. Neem een kaars en steek deze aan, strooi 40cm boven de kaars maar eens
staalvijlsel uit. Hetzelfde effect als met koffiemelk. Waarom brandt dit? Het mengsel van zuurstof en brandstof is, in combinatie met de warmte van de
kaars, goed genoeg om verbranding tot stand te brengen. Neem je een van de drie elementen weg dan zal er geen ontbranding zijn. Voor houtvuur geldt
hetzelfde: Een groot blok hout zal te weinig gasmengsel kunnen ontwikkelen om tot ontbranding over te gaan.
Tondel
Zoals in voorgaande aangegeven kun je alles laten branden mits je met de brandstof maar in een kleine hoeveelheid begint. Voor een houtvuur moet dit
dus dun hout of houtsplinters zijn. We noemen dit een tondel. Wanneer een aanstoker of lucifer wordt gebruikt kan er nog met de tondel gesjoemeld worden.
Wanneer we echter met een vuurboog, lens of vuursteen gaan werken is de tondelopbouw van groots belang.
Het materiaal en dus de samenstelling dient bij een enkele vonk te ontbranden. Voorbeelden van deze materialen zijn:
Vogeldons, Katoenpluisjes uit kleding, vermalen boombast, houtschraapsel en gedroogd gras. Ook gedroogde en vermalen zwammen of uitwerpselen voldoen
uitstekend.
Alle bovenstaande produceert maar kort hitte (weinig brandstof) en zal, tenzij in grote hoeveelheid aanwezig, niet voldoende zijn om vuur
aan de gang te houden. Voeg om deze reden makkelijk brandbare en duurzamere brandstof toe aan de tondel. Voorbeelden van deze materialen zijn:
Berkenbast (de losgedroogde velletjes), Gedroogde boomhars en afgestorven kleine ondergroei van berk, lariks en den. Dit laatste dien je direct van de
boom te pakken, dat wat op de grond ligt is bijna altijd vochtig. Vocht produceert waterdamp en is een gasvorm die je niet kunt laten branden. Wanneer
de tondel brandt hoeft je alleen nog brandstof, in de juiste verhouding, toe te voegen. Dit doe je het beste door hout in verticale richting tegen de
tondel te plaatsten. Je verkrijgt zo de vorm van een tipi. Vuur heeft dan de hittebron onderin, het vuur bovenin en kan via de onderkant de benodigde
zuurstof aanzuigen. We noemen dit de vuurhaard.
Brandstof
Zoals reeds eerder vastgesteld kun je tijdens een overlevingssituatie bijna alles brandbaar maken. Strand je met een auto, dan zijn de stoelzittingen,
olie, rubber slangen en alle andere onderdelen vaak genoeg om tijdelijk een vuur aan te kunnen houden. Is de situatie van langere duur, dan zul je
aangewezen zijn op wat de natuur te bieden heeft. Het meest voor de hand liggende materiaal is dan hout. en iedere houtsoort heeft zijn eigen
verbrandingseigenschappen. Het is makkelijk om deze te weten wanneer je naar brandstof gaat zoeken. In het algemeen kan worden aangehouden dat harde
houtsoorten meer hitte leveren en langer branden. Zachte houtsoorten branden snel en zullen beduidend meer vonken. Onthoudt ook dat vochtig of groen
hout niet geschikt is om vuur aan te maken, maar dat ze wel een vuur langer gaande zullen houden. Zeker over de nacht is het prettig wakker worden
met hete kolen in het vuur. Onderstaand een overzicht van houtsoorten en hun eigenschappen als brandstof.
Berk
De losse velletjes van de schors en de afgestorven ondergroei zijn ideaal aanmaakmateriaal.
Berkenhout brandt snel en helder, maar is eerder uitgebrand.
Beuk
Beukenhout geeft een mooi gelijkmatig vuur en brandt ook goed als het hout niet is afgestorven.
Den
Afgestorven ondergroei, boomhars en dennenbolletjes zijn ideaal aanmaakmateriaal.
Boven de as van dennenbolletjes kan uitstekend worden gebakken.
Dennenhout brandt onregelmatig, heeft de neiging tot vonken en is snel weg.
Eik
Eikenhout geeft een mooi gelijkmatig vuur, brandt lang en laat goede as na.
Es
Essen hout brandt traag en geeft een mooie gelijkmatige vlam.
Esdoorn
Esdoorn brandt goed maar snel.
Hulst
Hulst brandt goed maar geeft weinig as.
Iep
Iep brandt alleen wanneer het afgestorven en droog is.
Kastanje
Kastanjehout brandt alleen wanneer het is afgestorven en droog is.
Lariks
Afgestorven ondergroei, boomhars en lariksbolletjes zijn ideaal aanmaakmateriaal.
Lariks brandt onregelmatig, heeft de neiging tot vonken en is snel weg.
Linde
Lindehout moet goed droog zijn en heeft zelfs dan, de neiging zelfdovend te werken.
Best te gebruiken in combinatie met andere houtsoorten.
Meidoorn
Meidoorn Levert goed aanmaakmateriaal. Dat wat men erboven roostert zal net wat zoeter worden.
Populier
Populierenhout brandt alleen als het afgestorven en heel droog is.
Overige brandstof
Naast hout bied de natuur ook andere brandstoffen, zo zijn er de uitwerpselen van dieren. Deze geven, mits goed gedroogd, een goed rookvrij vuur.
Zo verzamelen Tibetanen de gedroogde uitwerpselen van hun Yaks (een soort koe), om ’s avonds boven te koken. Als laatste hebben we Turf. Dit is
gedroogde veengrond welke goed brandbaar is. Turf is ook in natuurlijke vorm vindbaar. Vooral in voormalige moerassen en op heidevelden, met een
goede drainage kun je nu nog Turf vinden. Het is herkenbaar door een verende eigenschap als je erop loopt. Turf oogt zwart en voelt zacht aan.
Produceren van vuur
De makkelijkste methode om een vuur aan te steken is natuurlijk een aansteker. Deze neemt geen plaats in en als hij nat wordt functioneert hij na
drogen weer als vanouds. Lucifers zijn ook een uitstekende warmtebron. Heb je in een overlevingssituatie alleen lucifers dan zul je die als zeer
belangrijk moeten beschouwen. Verkwist ze niet maar ben er zuinig op. Pak ze bij voorkeur waterdicht in. Ook is een lucifer te splitsen, waardoor je
het dubbele rendement bereikt. Lucifers gedompeld in kaarsvet zijn ook prima waterwerend, voor gebruik wel even het kaarsvet weg krabben. Vochtige
lucifers zullen het minder goed doen dan droge, door een lucifer door droge, niet te vette haren te rollen zal statische elektriciteit een lucifer
doen drogen.
Magnesium
Verkrijgbaar in bijna iedere buitensportzaak zijn de magnesiumstaafjes. Door met het meegeleverde stalen plaatje langs de magnesium te krassen ontstaan
vonken welke een goede tondel zullen ontsteken. Wanneer de tondel niet droog genoeg is, of te veel grove stukken bevat. Kun je eerst wat magnesium
direct in de tondel schrapen en dit schraapsel ontsteken. Doordat magnesium heel fel ontbrandt zal de tondel makkelijker aan de gang gaan.
Vuursteen
Vuursteen wordt in veel delen van de wereld gevonden. Wanneer er met staal tegen geslagen wordt ontstaan er makkelijk vonken welke de tondel kunnen
ontbranden. Het stuk staal kan een mes zijn maar gebruik wel de rug van het mes om te voorkomen dat je mes bot wordt.
Lens
Met een vergrotende lens (bol) kan zonlicht gefocust worden op een bepaald punt. Lenzen zitten in artikelen als een verrekijker en werken bijzonder
efficiënt. Je hebt echter wel direct zonlicht nodig. Wanneer je geen bolle lens kunt vinden verdoe je tijd dan niet met een holle lens. Deze geeft
een diffuus licht en kan geen brandpunt vormen.
Elektriciteit
Net voordat een stroomkring gesloten wordt zal er sluiting ontstaan tussen de polen. Wanneer dit gebeurd springt er een vonk over. Als je een
brandstof in de vonk weet te plaatsen zal deze naar alle waarschijnlijkheid ontbranden. De vonk is het beste op te vangen met vluchtige, makkelijk
brandende vloeistoffen. (Was)benzine en thinner zijn goede voorbeelden van deze stoffen. Onthoud wel dat het de vluchtige gassen zijn die ontbranden
niet de vloeistof. Door sluiting te maken op staalwol, krijg je meerdere vonken. Na plaatsing van de staalwol in een gasdamp zou je met enkele pogingen
succes moeten hebben.
Wrijving
Een warmtebron kan ook gemaakt worden door wrijving. Aanhouden en geduld zijn hier dan wel sleutelwoorden. Belangrijk is dat je géén harshoudende
houtsoorten gebruikt.
Door een hardhouten stokje rond te draaien op een houten plankje van hetzelfde hout zal, door wrijving, een gaatje ontstaan. Maak nu een sparing in het
plankje volgens tekening. Wanneer je nu weer gaat draaien met het stokje, zal uit het hout pulp ontstaan en zich in de groef verzamelen, de warmte
ontstaan door de wrijving zal na verloop van tijd deze pulp laten gloeien. Pas als er rook tussen stok en plankje ontstaat hoeft je te kijken zeker
niet eerder. Vang uiteindelijk het ontstane gloeiende kooltje op in je tondel en breng voorzichtig extra zuurstof toe (blaas op het gloeiende kooltje).
De tondel zal dan ontsteken.
Vuurboog
Wrijving creëren wordt makkelijker door het stokje niet met de hand rond te draaien maar door toevoegen van een vuurboog. Maak van een elastische stok
(groen hout) een boog. Gebruik eventueel een schoenveter. Wikkel het stokje in de schoenveter en beweeg de boog op en neer. Het stokje zal sneller
draaien en hitte zal makkelijker ontwikkelen. Wel is het nodig het stokje aan de bovenkant te ondersteunen. Doe dit door een holle steen of bakje op
het stokje te houden.
Vuurploeg
Wrijving kan natuurlijk op meerdere manieren gecreëerd worden. Meningen verschillen maar er zijn mensen die de vuurploeg verkiezen boven de draaiende
wrijvingsmethode. Toch is ook dit wel een wrijvingsmethode, dus géén harshoudende houtsoorten gebruiken. Het plankje mag wel van zachter hout zijn dan
de ploeg.