Het pionieren is het aan elkaar verknopen van houten palen (we noemen dit sjorringen). Aangezien hout "werkt, reageert op invloeden
als temeratuur en vocht" en touwen rek hebben zal geen enkel pionierobject maatvast zijn.
Pionieren is bedoeld om gebruiksvoorwerpen te maken, met name in de hoogte wil je bij deze voorwerpen niet dat het kapot gaat. Mocht er onverwacht
toch ergens iets kapot gaan, dan mag dit nooit, door onvakkundig toepassen, de knoop zijn. Een paar richtlijnen: Beginnen met een mastworp. Wanneer
je een sjorring met de mastworp begint, dien je deze altijd "dragend" onder de sjorring toe te passen. Het gewicht van de constructie drukt de sjorring
naar beneden. Door een mastworp dragend te leggen, voorkom je dat de constructie aan één touw komt te hangen.
Net als bij een katrol wordt een sjorring sterker naarmate er meer omwentelingen gemaakt worden. Traditioneel herhalen we iedere afzonderlijke "loop"
van het touw minimaal drie keer. (een voor de constructie, een voor jezelf en een voor de veiligheid). Bij het herhalen is de stelregel "binnenzijde sjorring - buitenzijde sjorring"
géén flauwekul. Maak maar eens een kruissjorring waarbij de eerste loop van het touw van buitenzijde naar buitenzijde sjorring loopt. Kijk nu maar
eens hoeveel touwen je aan gaat pannen bij je eerste woeling. Het antwoord is één van de drie. Voor optimale wrijving tussen touw en hout dien je de
lopen netjes langs elkaar te leggen, dit bepaalt hoofdzakelijk hoe stevig je verbinding wordt. Het aantrekken of eventueel aanslaan van de woelingen
hebben we het maar over een paar procent van de totale stevigheid stevigheid van de sjorring. Bij pionieren is het de techniek die de verbinding vormt
niet de kracht waarmee je een knoop aan weet te snoeren!.
Kruissjorring
Een kruissjorring wordt gebruikt om een, haakse, verbinding tussen tussen twee pionierpalen tot stand te brengen.
Attentiepunten:
Vertikaal geplaatste paal, dikke kant onder.
Mastworp dragend toe te passen.
Touwen van binnenzijde naar buitenzijde sjorring en terug te leggen.
Iedere loop van het touw 3x herhalen.
Diagonaalsjorring
Een diagonaaljorring wordt gebruikt om een, niet haakse, verbinding tussen tussen twee pionierpalen tot stand te brengen. Het voordeel ten opzichte
van de kruissjorringis dat bij ongelijke hoeken, tussen de palen, de krachten gelijk over het aantal windingen wordt verdeeld.
Attentiepunten:
Vertikaal geplaatste paal dikke kant onder.
Iedere loop van het touw 3x herhalen.
Achtvormige sjorring
Met een achtvormige sjorring kun je een, beperkt, draaibare verbinding tussen palen maken. De sjorring vindt zijn toepassing in het maken van
bijvoorbeeld een driepoot. Wanneer de palen aan de onderzijde uiteen gedraait worden komen er wel extra krachten op de touwen te staan. Pas op
dat je het touw niet breekt.
Bij meer dan 3 palen wordt het moeilijker om, tijdens het uiteen zetten van de poten, nog iets te maken van de uiteindelijke vorm. In dergelijke
gevallen kun je de klaverbladsjorring overwegen.
Attentiepunten:
Vertikaal geplaatste palen dikke kant onder.
Mastworp dragend toe te passen.
Touwen aaneengesloten leggen.
Iedere loop van het touw 3x herhalen.
Klaverblad sjorring
Bij een klaverbladsjorring kun je meerdere pionierpalen in een top bijeen knopen. Hierbij te denken aan een 4 poot of tipi. Het is een knoop die
vast zit maar door het touw niet echt stabiel is. Je zult de afzonderlijke staanders wel moeten schooren, of (in het geval van een tipi) een belasting
op de palen aanbrengen (doek).
De sjorring kun je leggen terwijl je palen in een hulpvorm liggen (tekening gekruiste balkjes voor vierkant). De balkjes kun je natuurlijk ook door
pionierpalen vervangen, wat makkelijker wordt als je het voorbeeld 45 graden draait. De getekende "woelingen" zijn halve steken.
Attentiepunten:
Vertikaal geplaatste palen dikke kant onder.
Mastworp dragend toe te passen.
Touwen aaneengesloten leggen.
Iedere loop van het touw 3x herhalen.
Steiger sjorring
De Steigersjorring is bedoeld om twee pionierpalen in elkaars verlende met elkaar te verbinden. De paal die dan ontstaat hoor je wel vertikaal
toe te passen. Bij cilindrisch hout dient er een spie tussen touw en hout gedreven te worden (te denken aan grote houten haring).
Wanneer je met taps hout werkt dien je de dunne uiteinden tegen elkaar te verknopen. De oplettenden onder de lezers zullen
nu opmerken dat de bovenste paal dan met het dikke uiteinde naar boven wijst. Dit hoort zo te zijn.
Wanneer de samengestelde paal toegepast wordt in de hoogte, hoor je deze schuin te zetten. Je maakt zo de voetafstand tussen twee palen groter dan de
topafstand tussen dezelfde twee palen (je maakt dus weer een tapse vorm alleen dan tussen de pionierpalen.)
Wanneer een pionierobject gemaakt wordt is het wijs om midden tussen de twee touwen van de steigersjorring een dwarspaal te maken. Je verlegt dan het
knikpunt (met scharnierende werking) naar het midden van de verbinding. waardoor de verbinding minstens "dubbel" zo sterk wordt.
Bij taps hout is het toepassen van de spie minder hard nodig (we doen het wel).
Attentiepunten:
Touwen aaneengesloten leggen.
Spie van boven naar beneden indrijven.
Zeilmakers sjorring
Dit plaatje vond ik op internet als een oplossing voor een stabiele drie of vierpoot. Aangezien de knoop de palen omvat, in tegenstelling tot de
8-vormige sjorring waar de palen langs elkaar liggen, Zou dit wel eens een kern van waarheid kunnen bevatten. Er wordt echter wel gewaarschuwd dat
het uiteen zetten van de afzonderlijke "benen" de sjorring verder zal doen opspannen. Om deze reden dient met deze sjorring niet te strak aan te trekken.
(bron ropesandpoles)